Plastische gebeurtenissen

Niet langer is een boom iets groens op een bruinige stam. Buisman maakt je bewust. Hij laat bezoekers echt kijken naar de schoonheid en de processen van de natuur. De tentoonstelling geeft ook inzicht in de breedte van het oeuvre van de kunstenaar. Er zijn groeiwerken, schetsen en foto’s, maar ook vondsten als boomstronken en abnormale vergroeiingen. Zelf omschrijft hij die als ‘plastische gebeurtenissen in de natuur’. Soms leeft zijn materiaal verder na zijn ingrepen, maar niet altijd. Voor zijn sculptuur Phyllotaxis Duval stapelde hij verschillende boomstronken op elkaar, die hij vervolgens in brons goot. Sinds de opening van Kranenburgh staat dat werk in de tuin, waar het tot de topstukken behoort.

Binnen en buiten

In het voorjaar plaatste Buisman nieuw werk in de tuin, waaronder een wilgenpalissade die anderhalf jaar blijft staan. Het werk zal met de seizoenen meegaan. De omgekeerde bomen die Buisman in de tuin hing, zijn voor de tentoonstelling naar binnen verhuisd. Zo laat hij binnen en buiten met elkaar vervloeien. Die werkwijze sluit aan op de ideeën van architect Dirk Jan Postel, die met de nieuwbouw naar eigen zeggen een aantal wanden in de natuur plaatste, en met wie Buisman al meermalen samenwerkte. Buisman werkte onder andere met Postel aan het ontwerp en de tuin voor de Nederlandse residentie in Beijing. Ook was hij betrokken bij de totstandkoming van Kranenburgh. Met Bergen voelt hij een sterke band. Dat is te danken aan zijn tante, die een vergelijkbare tuin had als Kranenburgh en even verderop woonde. Ook exposeerde hij verschillende keren bij het Kunstenaarscentrum Bergen (KCB). In 2003 kreeg hij de Roland Holst Penning voor zijn gehele oeuvre.

Het zon- en schaduwbladproject

Binnen de beeldende kunst geldt Buisman als de oervader van het werken met de natuur. Hij viert volgend jaar (2016) zijn vijftigjarig jubileum als beeldhouwer, al gaat hij soms ook te werk als wetenschapper. Dat geldt voor zijn Zon- en schaduwbladproject, een soort megaherbarium met gedroogde bladeren. Hiervoor plukte hij van 175 boomsoorten twee blaadjes, op de zonnigste en donkerste plek, die hij aan de hand van een kompas bepaalde. De exemplaren op het zuiden sneed hij op tien tot twaalf meter hoogte af. Daarvoor gebruikte hij een lange lat met mes. Voor de bladeren aan de noordkant hoefde hij slechts door de knieën. Door de 175 duo’s op alfabetische volgorde in het Latijn op te hangen, ontstaat een wandvullende installatie die slechts één keer eerder werd getoond: exact veertig jaar geleden. Met dit en ander werk geeft de Bomen van Buisman inzicht in verschillende fases van Buismans kunstenaarschap en zijn ontwikkeling de afgelopen decennia.