Eerste tentoonstelling op 2 mei 1915
Niet alleen de collectie van Het Sterkenhuis is bijzonder. Dat geldt ook voor het pand uit 1655. Na de Ruїnekerk is dit het oudste gebouw van Bergen. Vanwege de slechte staat wilde de gemeente de voormalige boerderij aan het begin van de vorige eeuw slopen. Maar gelukkig knapte Bergenaar Jacob Sterken het pand op en maakte het geschikt als museumlocatie. Bij de opening op 2 mei 1915 kreeg het de naam het Bergens Museum. Voorloper van dit museum was de Oud-Berger Kamer op zolder van het Raethuys, waar vanaf 1903 een historische collectie groeide. Hier lag de focus op het boerenleven in de achttiende- en negentiende eeuw. Initiatiefnemer was Marie Van Reenen-Vӧlter, de vrouw van de burgemeester van Bergen.
Rijksmuseum
Als een van de eerste cultuurhistorische musea op het platteland trok de Oud-Berger Kamer veel aandacht, ook van professionals. Zo kwam bij voorbeeld de directie van het Rijksmuseum in Amsterdam kijken. Vanaf 1927, twee jaar na de dood van Marie van Reenen, werd de naam van het museum officieel Gemeentemuseum Het Sterkenhuis. Bij de start riep mevrouw Van Reenen de boerenbevolking op bijzondere stukken te schenken, deze werden opgehaald door de veldwachter. De vaak prachtige giften noteerde mevrouw Van Reenen in een boek. Schenking nummer 8 was bij voorbeeld een muziekinstrument uit de zeventiende eeuw, een Noordse Balk. Dat is een snaarinstrument met een klankbord in de vorm van een balk. Het werd op tien gulden getaxeerd.
Zeventiende-eeuwse landkaart
Uit die tijd stammen ook twee zeventiende-eeuwse gedachtenislepels, ter herdenking aan de echtgenote en zoon van Anthonis Studler van Surck. Als Heer van Bergen gaf hij ook opdracht zijn grondgebied in kaart te brengen met zijn Nieuwe Hof te Bergen als stralend middelpunt. De kaart van Johannes Dou verscheen bij de befaamde uitgever Joan Blaeu als onderdeel van zijn Atlas Maior. Met zeshonderd kaarten is dat de grootste wereldatlas ooit gepubliceerd. Behalve dit soort juweeltjes laat Het Sterkenhuis ook gebruiksvoorwerpen zien uit later tijden. Streekdracht van rond 1900, een bijzondere tekencollectie van de achttiende-eeuwer Pieter Ellen en het portret van Jacob Sterken, de man waaraan het museum zijn naam dankt.